Licht in de duisternis: zo rij je veilig in het donker.
Licht in de duisternis: zo rij je veilig in het donker.
Naar je werk vertrekken voor zonsopgang en opnieuw naar huis rijden in het donker. De wintermaanden werken soms op het gemoed en ... op je rijgedrag. Want in het donker, met slechts enkele streepjes straatverlichting, pas je best goed op. Hoe? We verlichten het pad naar een veilige, bewustere manier van rijden.
Sinds de energiecrisis besparen heel wat steden en gemeenten op hun straatverlichting. Goed voor de portemonnee zou je denken, maar net iets minder handig voor chauffeurs die het donker moeten trotseren met hun wagen. Volgens cijfers vinden er in de maanden oktober en november meer ongevallen plaats door het plotse gebrek aan licht ‘s ochtends en ‘s avonds. De ongevallen zijn daarbij ook vaak ernstiger en te wijten aan verschillende oorzaken. We tippen enkele simpele do’s en don’ts om veilig door het (semi-)donker te manoeuvreren. Buckle up! We zijn vertrokken.
Check je verlichting grondig
Als de lichtbronnen rondom je schaars zijn, zorg dan zeker dat je zélf goed verlicht bent. Dat geldt voor je auto, maar ook fietsers en wandelaars maken zichzelf best goed zichtbaar. Je hoeft daarbij geen wandelende discobol te zijn, een klein lampje en een fluovest volstaan. Check voor het instappen regelmatig of je lampen het nog goed doen: voorkant, achterkant, richtingaanwijzers, ... Zorg ook dat je ramen streepvrij zijn: de weg is een stuk minder goed zichtbaar door een vuile autoruit.
Vermijd lichtgevende reflecties
We zitten niet in de cockpit van een vliegtuig met honderden lampjes, zorg dus dat je dashboard in de auto enkel verlicht wat nodig is. Je kan de intensiteit van het licht vaak instellen om zo een storende reflectie in de voorruit te voorkomen. Dat geldt niet alleen voor het dashboard, maar ook voor alle toestellen in de wagen. Is je passagier voor- of achteraan op een scherm aan het tokkelen? Vraag indien nodig om de lichtintensiteit te verlagen of het toestel weg te steken. Elke afleiding is er één te veel. Zo heb je weer wat beter zicht op de weg die voor en achter je ligt.
Graag traag alstublieft
Moeite met het zien van de weg? Of heb je geen flauw idee welk landschap er zich rondom je afspeelt? Dat is hét sein om te vertragen. Let altijd goed op de witte en gele markeringen op de weg, die worden sowieso verlicht door je koplampen en vormen je broodkruimels om de weg naar huis (of een andere bestemming) te vinden. In het donker rijden, vraagt een flink aanpassingsvermogen. Je kan ook minder goed inschatten wat de bestuurder voor of achter je in de wagen zal doen. Rij dus voorzichtig, trager en anticipeer waar mogelijk.
Kleine lichtpuntjes
Tot slot, nog enkele kleine tips om mee aan boord te nemen:
- Neem rustpauzes. Je ogen moeten harder hun best doen om in het donker te rijden. Gun ze af en toe een kleine siësta langs de kant als je lang onderweg bent.
- Hou je ogen op de baan, maar ook erlangs! Veel dieren zoeken nieuwsgierig de koplampen op de baan op. Loslopend wild is misschien een leuk tv-programma, je komt het liever niet tegen op de weg.
- Stem je buitenspiegels goed af. Een ongelukkige weerkaatsing van de koplampen van je achterligger zorgen voor verblinding.
Tijd om de spots te richten op je rijvaardigheden? Bij ons hoef je niet in het duister te tasten!