Het verkeerd inschatten van een bocht kan behoorlijk gevaarlijke situaties opleveren. Een bocht kan je indelen in drie zones: de remzone, de instuurzone en de uitstuurzone. De belangrijkste zone is de remzone. Hier gebeurt 90% van al het werk om goed een bocht te kunnen nemen.

Remmen moet je steeds VOOR de bocht, niet in de bocht. Hier moet je ook terugschakelen. Vergeet zeker niet om de koppeling terug los te laten. Zorg ervoor dat je bij het insturen opnieuw beide handen aan het stuur hebt.

Middelpuntvliedende kracht

Het grootste gevaar van een te grote snelheid in een bocht? De combinatie van minder grip en de middelpuntvliedende kracht. Je hebt ook onvoldoende tijd om te reageren op onvoorziene situaties. Vlak voor je de bocht uitrijdt (uitstuurzone), kun je weer iets versnellen.
 
Goed kijken is ook bij het nemen van een bocht ontzettend belangrijk. Je kijkt de bocht zo diep mogelijk in en je houdt de ogen gericht op het punt waar je heen moet rijden.

De ideale lijn

Kies je rijlijn zodat de overzichtelijkheid in de bocht optimaal blijft. Om een bocht naar links te nemen, positioneer je je auto best zo lang mogelijk uiterst rechts om de bocht zo goed mogelijk te kunnen inschatten.