Autisme als vaste bijrijder in het verkeer

Autisme als vaste bijrijder in het verkeer
2 april staat al achttien jaar in het teken van Wereld Autisme Dag. Een dag waarop het autismespectrum en al zijn bijzonderheden gevierd worden. Ook achter het stuur! Zitten mensen met autisme liever of net minder graag achter het stuur?
Zitten mensen met autisme liever of net minder graag achter het stuur? Het blijkt bij elke persoon anders. We nodigden daarbij een nieuwsgierige vrijwilliger met autisme uit op het ProMove-parcours in Zolder.
Volgens de sterkmakers in autisme leven er in België zo’n 117.000 mensen met autisme en komen daar elk jaar 1.200 mensen bij. Het is een ruwe schatting, want autisme wordt vaak niet of pas op latere leeftijd ontdekt. We babbelden met Maarten, Ynske, Sanne, Kevin en An over autisme als vaste bijrijder in hun wagen.
Impact diagnose
Ynske Reynaert was 37 toen ze de verlossende diagnose kreeg en schreef een hoofdstuk over mobiliteit in het boek ‘Lifehacks voor vrouwen met autisme’. An Vanderstraeten is 44 jaar en kreeg de diagnose van autisme op haar 27ste. Zij deelt haar ervaringen op haar website en geeft studiebegeleiding aan jongeren met autisme.
Voor de 39-jarige Sanne Peeters voelde het acht jaar geleden alsof er een blok van 100 kilo van haar schouders viel bij de diagnose. Sindsdien is ze vrijwilliger en ambassadeur van sterkmakers in autisme. Kevin Stegen kreeg al op z’n 20ste te horen dat hij autisme heeft en werkt als consultant bij Passwerk, waar ze mensen met autisme opleiden tot softwaretesters. Maarten Genbrugge is 54, met medisch pensioen en heeft al heel wat kilometers achter de rug. Zijn diagnose van acht jaar geleden voelde na een soort rouwperiode ook als thuiskomen.
Vijf verschillende mensen leveren ons vijf andere blikken op autorijden met autisme op.
Autisme achter het stuur
“Autorijden is voor mij heel vermoeiend”, steekt An van wal. “Omdat mijn brein anders werkt, wil ik de instructies van een gps bijvoorbeeld meteen uitvoeren. Ik heb dan ook moeten leren rijden met een gps op bekende trajecten, zodat ik stilletjesaan kon leren wat die gps-instructies precies betekenden. Als ik zelf de weg uitleg aan mensen, ben ik daarbij heel gedetailleerd. Waar anderen zouden zeggen ‘sla links af’, maakt mijn brein ervan: ‘zie je die groene vuilnisbak aan dat witte huis met die grote poort? Ga die straat in.’”
Ook Sanne denkt meteen aan de overload aan visuele prikkels op de weg. “Zeker op de autostrade en met veel zonlicht dat tussen bomen doorschijnt. Voor ik m’n diagnose had, begreep ik niet waarom ik zo moe werd in het verkeer. Dat leverde soms gevaarlijke situaties op. Nu ik weet wat die prikkels met me doen, rij ik liever ’s avonds.”
Onvoorspelbaarheid
Volgens Ynske maken zowel de drukte als de onvoorspelbaarheid de weg uitdagend voor mensen met autisme. “Als je op het spectrum zit, hou je vaak rekening met té veel scenario’s. Staat er bijvoorbeeld opeens een omleidingsbord? Dan is het voor mensen met autisme vaak moeilijk om meteen te anticiperen en het juiste scenario uit te zoeken.”
Kevin beaamt. “Met autisme is het moeilijk om je voor te bereiden op onvoorspelbare verkeerssituaties. Al is het dat ook vaak voor mensen zonder autisme. Ik zit heel graag in de auto, omdat ik dan de volledige controle heb. Daarbij scan ik de omgeving goed en herken ik patronen in anderen hun rijgedrag.” Ook Maarten rijdt graag. “Toen ik nog werkte, had ik veel stress in de wagen, maar sinds ik met pensioen ben, ervaar ik rust en plezier in de auto.”
Mobiele alternatieven
Is het openbaar vervoer dan een goed alternatief? Voor Ynske alvast niet. “Ik ben heel blij dat mijn vader vroeger de tijd heeft genomen om me te leren rijden – in hele kleine, behapbare stukjes. Die gedetailleerde manier zorgde ervoor dat ik vandaag graag in de auto zit. Op dit moment leer ik mijn dochter ook zo rijden.”
Sanne vertrouwt wel op het ov. “Dat is voor mij de weg van de minste weerstand. Ik lees een boek, doe oordopjes in en boek standaard een ticket voor eerste klas in de trein. Daarnaast neem ik ook vaak de fiets. Dan krijgt mijn brein de tijd om informatie uit het verkeer op een veilige en tragere manier te verwerken.”
Basisprincipes toepassen
Op de vraag wat andere verkeersdeelnemers kunnen doen om het makkelijker te maken voor mensen met autisme, is iedereen het met elkaar eens: de regels volgen. Simpel. Toch? “Mensen met autisme houden van structuur en regels”, vertelt An. “Als anderen de verkeersregels niet volgen, levert dat voor ons enorm veel stress op.”
“Wanneer iemand bijvoorbeeld geen richtingaanwijzers gebruikt, dan gaat er in het brein van iemand met autisme een hokje open met álle regels in het verkeer”, gaat Sanne verder. “Of zo werkt het toch bij mij. Zie het als een fichebak vol verkeersregels. Iemand op het spectrum kan niet meteen de juiste fiche vinden, maar zal door álle papieren bladeren. Je kan je voorstellen hoe vermoeiend dat is.”
Duidelijke instructies
Ynske volgt binnenkort een individuele opleiding bij ProMove, deels om haar dochter ook te leren rijden. Autorijden is herhalen, herhalen en herhalen. “Zodra je alle situaties in je hoofd hebt en ze kan oefenen in een testomgeving, kan je veel makkelijker anticiperen op andere plekken.”
Voor Kevin hoeft een opleiding niet per se een-op-een te zijn. “Een kleine groep is ook prima. De instructies moeten wel zo precies mogelijk zijn, zonder ruimte voor interpretatie.” Sanne geeft daarbij mee dat schriftelijke instructies beter werken bij autisme dan mondelinge communicatie. “Misschien een idee om op voorhand al informatie te geven over hoe de opleiding precies in z’n werk zal gaan. Bij een lange uitleg zal iemand met autisme mogelijk slechts de helft oppikken door een beperkt werkgeheugen of beperkte concentratie.”
Is ProMove autisme-proof?
Op 2 april nam Maarten plaats achter het stuur van een ProMove-leswagen. “Zoiets heb ik altijd al willen doen”, vertelt hij daarover. “Daarbij was ik vroeger enorme Formule 1-fan en gefascineerd door Circuit Zolder. Waarom? Omdat F1-piloot Gilles Villeneuve er in 1982 verongelukte en ik daar enorm van onder de indruk was als klein manneke. Dat ik tijdens de opleiding op die plek zou zijn, betekende veel voor mij. De opleiding begon met een korte babbel over mijn rijstijl en een filmpje. Een andere wagen was wel even wennen, maar de instructeur gaf me genoeg tijd om te acclimatiseren.”
Daarna was het tijd voor actie. “De instructeur gaf heldere instructies om meer controle te krijgen over het stuur. Hij legde bijvoorbeeld goed uit waarom een noodstop maken bij 50 km/u heel anders is dan bij 52 km/u. Deze opleiding heeft me echt doen stilstaan bij mijn rijgedrag: af en toe confronterend, maar daardoor ook heel positief. Ik was echt aangenaam verrast door de fijne mensen die me op mijn gemak stelden, hun kennis en de voetjes-op-de-grondmentaliteit. Een absolute aanrader, ook voor mensen met autisme. Al kan ik niet voor de volledige doelgroep spreken natuurlijk (lacht).”